Schrijven in de 18de eeuw

Dankzij het klavier van onze computer of smartphone was een bericht schrijven nooit makkelijker dan vandaag. Dat was vroeger wel anders: er was heel wat werk mee gemoeid om een brief, bestelling of verslag te schrijven. Een inktset was daarvoor onontbeerlijk. Het Merghelynck Museum bewaart daarvan een fraai rococo exemplaar in keramiek.  


Rococo inktsetje in faience (MM 000949)  

Zo’n inktset bestaat uit meerdere onderdelen: een inktpotje – dat in ons geval helaas verloren is gegaan – een zandpotje en een bakje. Soms is er ook een pennenhouder en een kaarsenhouder geïntegreerd in de set.  

Schrijven ging als volgt: de pen was vaak een ganzenveer, maar ook andere veren en een stukje riet waren mogelijk, zolang het maar om een hol buisje ging. Het is trouwens van de vogelveer dat ons woord ‘pen’ is afgeleid. Die pennen moesten echter voortdurend geslepen worden, een tijdrovend en secuur werkje. Dat gebeurde met een scherp mesje: een pennenmes. Vervolgens werd de pen in de inkt gedoopt en kon men enkele regels schrijven. Maar telkens opnieuw moest de pen in de inkt gedoopt worden. Na enkele regels geschreven te hebben, werd de natte inkt gedroogd door zand over de versgeschreven zinnen te strooien – vandaar de aanwezigheid van een zandpotje in de inktset. Dit gebruik, om zand te strooien over een blad, ligt aan de oorsprong van onze uitdrukking ‘zand erover’. Het op het blad gestrooide zand kon men dan weer kwijt in het bakje van de inktset, waar men ook de pen in kon laten rusten. Sommige zandkorreltjes bleven echter hangen aan de inkt of in de vouwen van het blad. Wie vandaag in archieven oude documenten raadpleegt, wordt er mee geconfronteerd.  



Willem de Vos leert schrijven. Tekening van zijn vader Jacob de Vos uit 1804. (uit: Eveline Koolhaas-Grosfeld, V
ader en zoons, 2001, p. 171) 

Tot slot: omdat nagenoeg alle berichten, bestellingen, facturen en rapporten met de hand geschreven werden, was het van groot belang om mooi en duidelijk te kunnen schrijven. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat ‘schoonschrift’ een belangrijk vak op school was – en dat zou het nog eeuwen blijven.    


18de eeuws schrift: een briefje uit 1774 gericht aan Frans Merghelynck